Technologie I
©1998, Grafisch
Lyceum Zwolle, Chris Stegeman
Vragen bij het dictaat internet
- Omschrijf in je eigen woorden wat internet
is
- Wie is de eigenaar of beheert internet?
- Waar staan de letters WWW voor?
- Wat is het WWW?
- Wat is of wat kun je doen met een hyperlink?
- Wat is het Nederlandse woord voor hyperlinks?
(staat in de bovenstaande tekst)
- Wat is (web-) surfen
- Wat is het Nederlandse woord voor homepage
en wat is het?
- Waar staat URL voor en hoe zou je dat
kunnen vertalen?
- Wat is de URL van de pagina waar de
informatie over URL op staat
- Veranderd de URL altijd als je een hyperlink
volgt?, licht toe! (probeer het!)
- Wat is een browser
- De voorbeelden van de browser in de
gelezen pagina’s gaan ook over Internet Explorer,
echter een andere versie als die jij gebruikt. Staan alle
knoppen die toegelicht zijn ook in deze versie? Zo nee,
welke niet.
- Bij de pagina hulpmiddelen voor
navigatie worden de knoppen van de browser verklaart.
Wat doet de knop waar het huisje op staat?
- Wat doet de knop met het pijltje naar
rechts?
- Wat doet de knop met de X (stoppen) er op?
Wanneer zou je die knop gebruiken?
- Welke factoren bepalen surfsnelheid?
- Wat is downloaden?
- Wat kun je doen om de (download-) snelheid
te verhogen? Leg uit waarom dit de snelheid
verhoogt!
- Wat voor snelheden ken je bij modems?
- Hoe lang doe je er over met een 28k8-modem
om een 1Mb bestand te downloaden?
- Hoe lang doet een netwerkcomputer met een vaste
lijn verbinding over het downloaden
van een 1MB groot bestand?
- Waar staat de afkorting HTML voor
- Omschrijf wat HTML is
- Waar staat HTTP voor
- Waar wordt HTTP voor gebruikt (komt in
zowat elk adres voor!)
- Wat is het Nederlandse woorde voor E-Mail
- Wat kun je met E-mail
- Waar staat FTP voor en wat kun je er mee
- Wat is het voordeel van bestanden
verzenden via FTP boven verzenden per E-Mail
- Waar staat IRC voor en wat kun je er mee
- Waarmee kun je bestanden zoeken wil je
bepaalde bestanden met FTP downloaden
- Wat zijn nieuwsgroepen en wat kun je er
mee
- Beschrijf wat je moet doen om thuis te
kunnen "internetten" (gebruik hierbij de
woorden: provider, account, aansluiting, modem, ISDN en
inloggen)
- Waar staat ISDN voor en wat kun je er mee
- Waar staat ADSL voor en wat kun je er mee
- Heb je alle vragen in Word uitgewerkt, dan mag je ze
printen. De vragen en antwoorden kun je gebruiken om de
theorietoets over het internet thuis te kunnen leren. Het
dictaat internet
mag je niet meenemen!
Wanneer de vragen allemaal gemaakt zijn heb je dus ook het
dictaat uit. Je eigen E-mail adres is dan bij hotmail aangemaakt. Vergeet
niet je adres te mailen naar: [email protected]
met vermelding van:
- Je naam
- De klas + groep
- Je E-mail adres
- Je kunt dan post van school in je eigen postvak
ontvangen!
De antwoorden op de vragen staan hier ook. Je kan ze
gebruiken.... .
Het dictaat is geschreven
door C.J Stegeman,
Grafisch Lyceum Zwolle
Schooladres: Willeartstraat 3, 8031EA Zwolle, 038-4214914
Copyright © 1998